Op het gebied van biobased verpakken komen er steeds meer nieuwe initiatieven bij. Een al langer bestaand project is verpakkingen gemaakt van de reststromen van tomatenstengels en bladeren door Duijvestijn Tomaten. Roos Zurel, communicatiemanager bij Duijvestijn Tomaten, vertelt ons meer over dit project en over hun lessen in de afgelopen jaren.
Kun je iets vertellen over deze verpakkingen?
“Wij zijn altijd op zoek naar nieuwe, duurzame ideeën om onze processen circulair te maken. De hoeveelheid papier en karton dat we gebruiken voor het verpakken van onze tomaten en het groenafval van de tomatenplanten inspireerde ons om te kijken of we daar iets mee konden. Die reststromen worden normaal gesproken afgevoerd en gecomposteerd, terwijl er veel bruikbare vezels inzitten. Samen met de Wageningen University & Research (WUR) zijn we in 2012 gaan onderzoeken hoe we deze groene afvalstromen konden benutten. In het begin was het echt pionieren, alles was nieuw. Uiteindelijk lukte het om een verpakking te ontwikkelen op basis van tomatenvezels. Met de technieken van toen was het mogelijk om deze verpakking voor twintig procent te laten bestaan uit tomatenvezels. De verwachting is dat we dat percentage nu flink kunnen opschroeven.”
Wat heeft Duijvestijn Tomaten geleerd over de start van dit project tot nu?
“Aanvankelijk was de keten er nog niet klaar voor. De technologie was nog niet dusdanig ontwikkeld dat grootschalige invoer economische haalbaar was. Dat betekent dus dat de verpakking relatief duur was en uiteindelijk bepaalt de consument wat hij koopt. Daardoor verwaterde het project. Om dit project te laten slagen, is het namelijk van belang dat de hele keten meedoet. De producent, de fabrikant, de verwerker, de consument, etc. Het hele proces moet op elkaar afgestemd zijn. Niet alleen het logistieke proces, maar ook bijvoorbeeld de opslag van biobased materialen en het inkoopmoment. Ook het investeren in tijd en geld is noodzakelijk voor de realisatie van duurzame verpakkingen. Daarnaast is er ook een rol weggelegd voor marketing om een goed concept neer te zetten en de consument te overtuigen. Er liggen dus nog wel wat uitdagingen.
Maar nu, tien jaar later is de wereld flink veranderd en heeft de lineaire take-make-waste’ economie zijn langste tijd gehad. Dit is voelbaar bij alle schakels in de keten. De urgentie voor een circulaire economie ligt hoog. Het klimaat verandert en grondstoffen raken op. Dit is hét moment om weer met elkaar rond de tafel te gaan zitten. Wij zijn er in ieder geval klaar voor.”
Wat zou je adviseren aan andere telers die aan de slag willen met biobased verpakkingen?
“Verdiep je in de mogelijkheden. Kijk naar andere telers die ook interesse hebben en start gezamenlijk een project. Of start een onderzoek met studenten. Zij denken out of the box en komen met innovatieve oplossingen. Blue City is een goede inspiratiebron voor de circulaire economie. Ook voor de Greenport ligt een goede leidende rol weggelegd als het gaat om het circulair maken van de tuinbouwsector.”
Hoe ziet de toekomst eruit?
“Het circulaire systeem zal onze toekomst bepalen en ook reststromen van andere gewassen zullen een groter deel gaan uitmaken van de keten. Niet alleen in verpakkingen, maar ook in bijvoorbeeld bouwmaterialen en kleding. Daar wordt nu volop mee geëxperimenteerd. Uiteindelijk is het doel om alle reststromen maximaal te verwaarden. Maar als je echt impact wil maken, heb je meerdere partijen nodig. We roepen iedereen in de keten op zich hiervoor in te spannen!”
